Technieken

Judo technieken

Jigoro Kano zei over judo: “Judo kun je alleen maar leren door het te doen!”

Judo is een vechtsport en staat aan de basis van vele andere vechtsporten. De judotechnieken zijn erop gericht om je tegenstander uit te schakelen. Dit gebeurd zonder de ander te verwonden. Daarom is schoppen, slaan of stoten verboden in de competitie, echter bij de hogere dangraden worden deze technieken wel toegepast om de ontstaansgeschiedenis van judo beter te begrijpen. Dit komt tot uiting in verschillende kata vormen o.a. in het Kime-no-kata. Om te kunnen judoën moet je weten hoe je veilig kunt vallen, dit wordt aangeleerd doormiddel van valbreek technieken ook wel het ukemi-waza 受け身技 genoemd.

O soto gari

De judotechnieken kun je onderverdelen in twee basis vormen staande- en grondtechnieken.

  • Nage-waza 投げ技, werp technieken
  • Ne-waza 寝技, grond technieken

De gevechtstechnieken in de judo zijn verdeeld in drie vormen, waarbij de atemi-waza technieken verboden zijn in de competitie, deze worden alleen toegepast in kata vormen.

  • Tachi-waza 立ち技, staande judotechnieken (wordt toegepast voor jeugd en in klein behuisde dojo)
  • Katame-waza 固め技, controletechniek
  • Atemi-waza 当て身技, slag-, stoot- en traptechnieken (alleen in kata)
Nage waza
Ne waza

Gokyo systeem

De eerst 40 originele judo technieken van Jigoro Kano (1860 – 1938) zijn vastgelegd in het Gokyo systeem, later zijn er aanvullende meer dan 17 technieken toegevoegd. De Kodokan heeft nu 100 judotechnieken. Klik voor meer informatie >>>>>>

Kawaishi systeem

Mikonosuke Kawaishi (1899 – 1969) maakte het judo toegankelijker voor de Europeanen door de judotechnieken in te delen zoals been-, heup-, arm-, schouder- en offerworpen. In het huidige judo is dit achterhaalt. Klik voor meer informatie >>>>>>>